De snelle veranderingen in de maatschappij en de gevolgen voor mens en maatschappij houden mij af en toe bezig. Natuurlijk zien we allemaal om ons heen de technologische ontwikkelingen zoals de robotisering, internet of things, het werken met DNA, big data. We zijn continu verbonden met internet via telefoon, computer, maar ook via smart watches, etc.
Onlangs deed de robot met ‘emoties’ haar intrede, of tenminste, met geprogrammeerde bewegingen alsof het emoties en empathisch vermogen heeft. In Japan is onlangs zelfs iemand getrouwd met zijn eigen hologram. Ik hoorde in een interview Johan Vlemmix zeggen dat hij nu al een opblaaspop als partner heeft en een hologram helemaal geweldig zou vinden. Dezelfde voordelen als bij een menselijke partner, altijd een maatje om tegenaan te praten, maar zonder de ruzie, om mee te slapen zonder het gesnurk, altijd een partner waar je geen rekening mee hoeft te houden als je even je eigen plannen hebt. En met als extra voordeel dat je je hologram altijd makkelijk mee kunt nemen in tegenstelling tot zijn opblaaspop.
Ja, al die ontwikkelingen maken ons leven zeker op vele fronten makkelijker. Maar het heeft ook zeker een keerzijde. Natuurlijk, privacy, big brother is watching you, zonder computer of telefoon kunnen we de weg niet meer vinden, een rekensom niet zo goed meer maken en onze spelling laat dan wellicht te wensen over. Maar in de toekomst gaat het zeker ook een behoorlijke impact hebben op de arbeidsmarkt. Door de robotisering verdwijnen steeds meer administratieve banen, maar de voorspelling vanuit vele hoeken is ook dat bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeurs niet meer nodig zullen zijn, omdat deze in colonne zullen rijden, dat notarissen niet meer nodig zullen zijn, omdat de komst van blockchain-technologie hun werk zal overnemen, zelfs verpleegsters zullen minder nodig zijn, omdat dit door robots zal worden overgenomen. Logisch dat steeds meer organisaties roepen dat ze wendbaar en flexibel willen worden.
Dit is allemaal is nog wel een iets verder verwijderde toekomst, al gaat het sneller dan je denkt. We staan ook op dit moment al midden in deze veranderingen, vooral op het gebied van de administratieve en repetitieve beroepen. Op de administratieve afdelingen van organisaties zijn al steeds minder mensen nodig en de mensen die nog wel nodig zijn, moeten over andere vaardigheden en competenties beschikken. Adjiedj Bakas voorspelt dat in 2019 al 300.000 banen gaan verdwijnen. Waar overigens wel weer andere, soms nu nog onbekend, voor terug zullen komen. Dit vraagt een aanpassingsvermogen aan de nieuwe situatie, en weer aan de volgende nieuwe situatie, en de volgende… En neem daarbij nog eens de snelheid van de veranderingen. Leunen op je ervaring is op een gegeven moment niet meer mogelijk, omdat dit alles zo snel verouderd, bijvoorbeeld alleen al door alle systemen die veranderen.
En neem daar dan nog eens de grote generatieverschillen bij. De ene, vaak jongere, medewerker is helemaal in z’n kracht bij al die technologische ontwikkelingen en werkt met alle nieuwe systemen alsof hij het al jaren doet, liefst ook nog alles tegelijk. De andere medewerker wordt daar juist helemaal onrustig van en heeft moeite alles nog bij te houden. Heb je net het ene onder de knie, wordt het volgende al weer geïmplementeerd. Waar de oudere medewerker eerst nog de steun en toeverlaat voor de nieuwe medewerkers was, voelt hij of zij zich nu een beginneling, en soms zelfs een mislukkeling.
Op zich niets nieuws wat ik hier nu allemaal vertel, toch? Maar hoe komt het dan dat we als mens en organisatie wel veel bezig zijn met de komst van alle nieuwe technologieën en hoe we die kunnen (moeten) gebruiken, maar daarbij de sociale kant soms lijken te vergeten en dat de sociale innovatie zo weinig aandacht krijgt? Sociale innovatie is wat mij betreft meer dan uitleg geven over de veranderingen en overtuigen van het belang ervan. Het vraagt aandacht voor de mens, de dillema’s en angsten en wensen.
Hoe houden we medewerkers vitaal in een wereld die sneller verandert dan we gewend zijn en die een enorm beroep doen op ons aanpassingsvermogen en onze flexibiliteit? Er is een Chinees spreekwoord dat luidt: “Geef een man een vis en hij heeft eten voor één dag. Leer een man vissen en hij heeft eten voor heel zijn leven”. Ik las iemand die dit had uitgebreid met de woorden: “Leer een man leren en hij hoeft niet elke dag meer vis te eten” en hij noemde dit de innoveerkracht, leren leren. En volgens mij ligt daar een belangrijke sleutel. En leren leren kan alleen als de medewerker zelf in de lead is, zelf keuzes maakt en zelf acties onderneemt. Leren door te doen, waarbij fouten maken mag, zelfs moet. En dat vraagt LEF!
En het vraagt ook LEF van alle leidinggevenden. Toon het LEF om het meer los te laten, en waardeer de medewerkers om hun wendbaarheid, flexibiliteit en creativiteit, en daarmee voor hun aanpassingsvermogen. Geef ruimte en verantwoordelijkheid, laat het gebeuren en kijk welke mooie dingen gaan ontstaan!